home

WILLEM VAN EKEREN

HEEFT

HET ONMOGELIJKE

GEDAAN

Passionate, januari/februari 2004, Adriaan Krabbendam

Frans Brüggen merkte ooit op toen iemand hem zei dat Bach mooi bleef, hoe je hem ook vertolkte: ‘Ja, dan wordt je overreden door de Gouden Koets. Maar toch overreden.’
Met enige schroom koop ik de cd Bach-Bukowski, die niet alleen her en der naast de kassa ligt voor een redelijke prijs maar bovendien alom welwillend tot lovend wordt gerecenseerd. Bach-Bukowski? Hoe zijn deze twee grootheden te verenigen? Monteverdi-Miller? Lassus-Lautréamont? Brahms-Brusselmans? Pergolesi-Patchen? Van Ekeren draait er zijn beide handen niet voor om. Oké, Bukowski was een groot klassieke-muziek-liefhebber en heeft daar ook in zijn poëzie nooit doekjes om gewonden, maar het is toch wel ongeveer het laatste wat in je opkomt om zijn teksten te gaan zingen bij de muziek van Bach. En dat is precies wat Van Ekeren doet. En goed ook.
In een Tom Waits-tembre, zij het een stuk helderder, zingt hij een aantal gedichten ontleend aan The Last Night of the Earth Poems van Charles Bukowski bij delen uit Das Wohltemperierte Klavier van Johann Sebastian Bach, volgens het begeleidend boekwerkje in één keer opgenomen met ‘een speciale stereomicrofoon’ (zo lusten we er nog wel een). En zo combineert hij de roerende, rauwe poëzie van een van meest spraakmakende en toonaangevende dichters van het Amerika van de vorige eeuw met de meest onbegrijpelijk mooie, hecht geconstrueerde composities van de hoeksteen van de Europese klassieke-muziekcultuur. Dat zoiets zou werken is een godswonder, maar het is bovendien zo mooi dat je ‘niet weet hoe je op je stoel moet zitten om waardig te worden bevonden dit te beluisteren’ (Debussy over het Concert voor twee violen van dezelfde componist).

De muziek: Van Ekeren’s frasering laat wel wat te wensen over en het klinkt bij tijden wat loom en afwezig maar hij speelt oneindig veel mooier Bach dan Instituut Schoevers-afgestudeerde Glenn Gould (en die zong er niet bij – hoogstens kreunde hij wat). Hier speelt een man die naturel begrijpt wat je moet of kunt doen met deze noten en alleen op gebied van articulatie de verkeerde leermeesters heeft gehad. Maar door deze Gouden Koets word ik graag overreden. Het is nauwelijks te geloven dat dit in één keer is opgenomen – we moeten het hem zien doen, dan geloven we het.
De poëzie: nooit gedacht dat Bukowski’s teksten op deze wijze tot z’n recht zouden komen. Ik heb al heel wat pogingen – inderdaad, steevast à la Tom Waits – gehoord, maar nooit de behoefte gehad dat een tweede keer te doen. Ik weet niet wat de meester er zelf van zou zeggen, maar dit klinkt als de manier waarop dit zou moeten klinken. Een en al Bukowski.
De toonzetting: vrij onbegrijpelijk is hoe iemand in staat is deze gedichten een melodielijn te geven die zozeer niet des Bachs is en tegelijkertijd zo natuurlijk samenvalt met de niet als begeleiding bedoelde begeleiding. Alles lijkt te kloppen en zo bedoeld.

Maar één keer eerder trof ik een dergelijk wonder aan. Dat was toen, naar de mode van die tijd, Emerson, Lake & Palmer (en vooral Emerson natuurlijk) die mooie combinatie maakten van het Zesde Brandenburgse Concert met ‘Country Pie’ van Bob Dylan. Ook dat had wat zorgvuldiger mogen worden uitgevoerd, maar het blijft nog altijd onbegrijpelijk – in de zin van onbegrijpelijk mooi.
Ik lees dat Van Ekeren, als er weer eens iets niet helemaal lukt in zijn grillige carrière, ‘verslagen achter de piano kruipt en troost zoekt bij Bach’. Hij zal de enige niet zijn. Maar in zijn geval is het uitgelopen op een heel bijzondere cd, die op z’n minst diegenen die het bespelen van de toetsen niet machtig zijn op hun beurt troost zal bieden, of genoegen, of inspiratie, want hier gebeurt iets ongewoons, vergelijkbaar met de eerste opnamen van Bach’s cellosuiten door Anner Bijlsma, de vroegste Monteverdi-vertolkingen (Maria Vespers!) van Nicolaus Harnoncourt of Tricky’s Angels With Dirty Faces. Massive Attack met Mezzanine, dat Utrechtse koor dat Mozart’s Requiem uitvoerde (die plaat waar ik al zo lang naar zoek), John Adam’s vioolconcert door Gidon Kremer, of dat van Alban Berg, die speciale opname van beide vioolconcerten van Sjostakowitsj die mijn platenboer maar niet besteld krijgt, This Heat’s Deceit... Die hoornist bij Sjostakowitsj... Sorry, ik liet me even ‘gaan’...
Nee, dit is van een totaal andere orde. Twee betoverende kunstenaars samengebracht door een derde, dat is wat het is. God bewaar ons, als Van Ekeren mooier Bach zou spelen, wat staat ons dan te wachten? Ik heb de cd sinds de aankoop, enkele uren geleden, al voor de zesde keer op gezet. Vergeet Gould, vergeet veel, luister naar het wonder dat Van Ekeren heeft verricht.